29/12 De charme van een hostel
30 december 2019 - Kaikoura, Nieuw-Zeeland
Vanmorgen allebei wakker geworden met een rode neus. Dat was niet van de drank, wel van te weinig smeren op open zee. We starten de dag met een rit langs het Mount Richmond Forrest, rijden langs St Arnout, door de prachtige Wairau Valley, naar Blenheim.
Langzaam maken de koeien plaats voor de wijnstruiken. De struiken worden laag op de grond geleid, systematisch genummerd in rechte rijen. Geen druif te zien.
Voordat we Blenheim inrijden passeren we een kersentuin. Dat laten we natuurlijk niet lopen.
In de veronderstelling onderweg voldoende wijngaarden & sellingpoints tegen te komen rijden we door het plaatsje heen weer zo de Highway op. Zo werkt dat dus blijkbaar niet. Nieuwe poging bij Queenstown dan maar.
Vanaf een afstandje zien de heuvels voorbij Blenheim er kaal en mistroostig uit. Alsof ze op onprofessionele wijze zijn ontbost. Dichterbij zien we dat de heuvels niet kaal zijn, maar bedekt met verdorde grassen.
Het is alsof we door de woestijn rijden. Parallel aan de Highway - en dat is in Nieuw Zeeland een tweebaansweg, met een nummer onder de 10- loopt een enkelspoor, tot aan Kaikoura. De hoge bergen van de Kaikoura Range (die tikken de 2600 meter aan), lijken op nog geen km afstand van de kust le liggen. We stoppen vlak voor Kaikoura bij een grote kolonie met zeehonden. Meer dan gisteren, maar minder dichtbij.
In Kaikoura verblijven we in een hostel, met tweepersoonskamer. In de keuken worden we aangesproken door een van de gasten. Er ligt vis in de koelkast, heel veel vis, vandaag door hem gevangen. Gefileerde vissen, in hapklare brokken en levende kreeften,verpakt in een witte plastic zak.
We nemen een stuk witvis (Bleu Cod), bakken aardappels met knoflook en ui in de oven en klaar is het godenmaal. Thanks to Poppeye and his bird.
Wanneer je in een ‘normale’ vakantie 3 van al deze dingen beleeft is het al geweldig, laat staan dit.........